Diagnose


Het rotavirus is een enterische infectie, dus is het aantonen van het virus in de mest van levende biggen of in dunne darminhoud van dode biggen het meest geschikt. Stalen worden best zo snel mogelijk na het optreden van de symptomen gecollecteerd in de acute fase.
Vroeger werd de diagnose van rotavirus infecties uitgevoerd met elektronenmicroscopie, maar deze methode heeft een lagere gevoeligheid. Ongeveer 6 log10 viruspartikels zijn nodig om gedetecteerd te kunnen worden.
Voor het aantonen van antigenen van het virus worden vaak immunochromatografische strips of ELISA assays gebruikt. Deze zijn in vele gevallen niet specifiek ontwikkeld voor de detectie van varkensrotavirussen, waardoor hun gevoeligheid soms in vraag gesteld kan worden.
Om een onderscheid te kunnen maken tussen de verschillende rotavirus species die voorkomen bij varkens, zoals A, B, C en H, zijn moleculaire diagnostische methoden veel interessanter.
Een nieuwe real-time PCR assay die ontwikkeld werd aan het Laboratorium Virologie bleek veel gevoeliger dan courant gebruikte sneltesten (strips en ELISA) om groep A rotavirussen te detecteren. Het voordeel van deze test is dat het kwantificatie van de virale uitscheiding toelaat (Theuns et al., 2014). Eén van de doelen van dit IWT LA traject is om te bepalen welke virale ladingen kritisch zijn voor het ontstaan van klinische diarree of vanaf welke ladingen er eerder gevaar is voor subklinische infecties. Ook voor groep C rotavirussen bij varkens werden reeds real-time PCR testen op punt gesteld en deze kunnen gebruikt worden in de diagnostiek (Theuns et al., 2015). Diagnostische testen voor rotavirus B en H zullen ontwikkeld worden tijdens het IWT LA traject en als het klinisch belang van deze species kan aangetoond worden, zullen ze ingeschakeld worden in de diagnostiek.




Terug naar Immunologie